Pesten: chimpansees en mensen

© Otto Adang

Pestgedrag is iets natuurlijks, schrijft Trouw op 13 februari 2013 (Apen pakken pestgedrag wél aan): Op welke manier is pesten tussen apen en mensen vergelijkbaar en welke lessen kunnen leraren hieruit leren?


Zoals bleek uit mijn proefschrift uit 1986 pesten, plagen en provoceren jonge chimpansees hun volwassen groepsgenoten regelmatig. Pesten bij mensen, vooral tussen kinderen onderling, staat de laatste jaren volop in de belangstelling. Pesten kan ontaarden in systematisch terroriseren van een kind. Het slachtoffer wordt geschopt en geslagen. Spullen worden afgepakt of kapotgemaakt. Het kind wordt uitgescholden, belachelijk gemaakt of buitengesloten. Afwijkend gedrag, afwijkende kleding, van alles kan als handvat om te pesten gebruikt worden. Kinderen die gepest worden, voelen zich vaak eenzaam en ongelukkig. Ze durven niet meer naar school, twijfelen aan zichzelf en kunnen blijvend beschadigd worden. In sommige gevallen plegen ze zelfmoord. Studies over het pesten van mensenkinderen stellen meestal frustrerende invloeden verantwoordelijk voor het optreden van dergelijke gedragingen. Het evenwicht in de klas zou verstoord zijn. Pesters en slachtoffers zouden onvoldoende sociale vaardigheden hebben. Pedagogen, psychologen en leraren zetten zich ervoor in slachtoffers te helpen en het pesten te bestrijden. Er zijn voorlichtingsfolders en pestmappen gemaakt, er zijn video's over pesten en speel- en praatgroepen voor pestkoppen en hun slachtoffers. Maar het is onduidelijk waar al die initiatieven op gebaseerd zijn. Er zijn weliswaar onderzoeken in de vorm van enquêtes, self-reports en interviews met leerlingen, ouders en leraren. Die onderzoeken maken zichtbaar hoe pesten beleefd wordt. Ze maken duidelijk dat pesten veel voorkomt, vooral op lagere scholen. Maar er is geen degelijke beschrijving van pestgedrag en pestinteracties. De term 'pesten' wordt gebruikt voor allerlei gedragingen: voor de manier waarop kinderen elkaar lastig vallen, voor de manier waarop ze een leraar of andere gezagsdrager treiteren en voor de manier waarop volwassenen elkaar soms terroriseren of voor de manier waarop bijvoorbeeld allochtonen uit een buurt kunnen worden `weggepest'. Gaat het inderdaad in al die gevallen om vergelijkbaar gedrag, met vergelijkbare oorzaken en vergelijkbare effecten? Dat is onbekend. Er zijn geen systematische observaties van pestgedrag. Daar zouden ethologische methoden van nut kunnen zijn.

In de onderzoeken naar pesten door kinderen worden bepaalde typen vragen nooit gesteld. Tijdens het grootste deel van hun evolutionaire voorgeschiedenis leefden mensen in kleine groepen. Kinderen hadden contact met andere kinderen van uiteenlopende leeftijden. Wat is het effect als we kinderen, gesorteerd op leeftijd, het grootste deel van de dag bij elkaar zetten in een klas met een volwassen supervisor? In hoeverre verstoort dat normale groepsprocessen? In hoeverre is er bij het pesten sprake van gedragingen die ooit een functie hadden, maar in hedendaagse omstandigheden niet meer? Is er een duidelijke scheiding in pestkoppen en slachtoffers, of vervullen kinderen in de loop van hun ontwikkeling beide rollen? Dat zijn de vragen die een etholoog zich zou stellen. En met de resulaten van het chimpansee-onderzoek in het achterhoofd: is het pesten van mensenkinderen ook voor een deel gericht op het verminderen van onzekerheid of het onderzoeken van gezag? Is het pesten bij mensenkinderen ook een aspect van de relatie tussen kinderen, en niet afhankelijk van eigenschappen van het slachtoffer of de pestkop? We weten het niet en het zou interessant zijn om het verband tussen pesten en de reacties van de slachtoffers nader te onderzoeken. Daar zijn wel systematische observaties voor nodig. Op het schoolplein (Goldschmidt, 1998).

© Otto Adang
(tekst afkomstig uit "De machigste chimpansee van Nederland")


Zie ook:

Kloppenburg, J.(2003) De onuitroeibare plaag van het pesten. O25, juli, p  20-24

Goldschmidt, T. (1998) De biologie van het pesten. Onbevooroordeelde etholoog node gemist op schoolplein. NRC, 16 mei [In gewijzigde vorm herdrukt als "Buffelstemmen" in T. Goldschmidt (2000) Oversprongen, Amsterdam, Prometheus, p. 162- 168]

Kruif, N. de (1988) De treitertrend, AO-reeks nr. 2207, Lelystad, Stichting IVIO

Sagasser, J. (1986) Pesten doet hartstikke pijn. Ouders van Nu, oktober, p 59-61

Adang, O.M.J. (1986), Pesten om te testen. Eos, 10, 26-28

Adang, O.M.J. (1985), Oudertje pesten ook bij apen niet vreemd. Aarde & Kosmos, 12, 8, 548- 551

Adang, O.M.J. (1985), Flink pesten is een goede leerschool voor later. Kijk, december, 18- 21